-
1 soulever
soulever [soelvee]1. v1) optillen2) opjagen3) aansporen4) opruien5) opwekken, oproepen2. se souleverv -
2 bouger
bouger [boezĵee]3 in beweging zijn, komen ⇒ in opstand komen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) bewegen, zich verroeren2) veranderen3) in opstand komen, protesteren4) verplaatsen -
3 remuer
remuer [rəmuu.ee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bewegen ⇒ in beweging brengen, roeren, verplaatsen2 (om)roeren ⇒ (om)schudden, mengen♦voorbeelden:remuer l'ordure, la boue • een schandaal oprakelenremuer des souvenirs • (oude) herinneringen ophalenremuer la terre • de aarde omwerken, omspitten2 zich inspannen ⇒ zich druk maken, zich moeite geven♦voorbeelden:3 remue-toi un peu! • schiet eens een beetje op!v1) bewegen3) omroeren4) ontroeren -
4 révolter
révolter [reevoltee]2 verontwaardigd zijn, worden -
5 cabrer
-
6 lever
lever1 [ləvee]〈m.〉♦voorbeelden:au lever du rideau • bij het opgaan van het doek————————lever2 [ləvee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)heffen ⇒ oprichten, optillen2 opheffen ⇒ een einde maken aan, wegnemen♦voorbeelden:lever un fardeau • een last optillenlever les glaces • de raampjes omhoogdraaienlever les lettres • de brievenbus lichtenlever le poing • zijn vuist opheffenlever les yeux, la tête, le visage, le nez • opkijkenlever des impôts • belastingen heffenlever un lièvre • een haas opjagen♦voorbeelden:→ pied1. m2) (het) opkomen [zon]3) opslag, opmaat [muziek]4) opmeting2. v1) rijzen [deeg]2) ont-kiemen3) opheffen5) opmeten6) oproepen3. se leverv1) opstaan, gaan staan2) omhooggaan3) opkomen [zon, maan]5) opsteken [wind] -
7 brancard
-
8 s'indigner contre qn., de qc.
s'indigner contre qn., de qc.zich aan iemand, iets ergeren, boos worden op iemand, tegen iets in opstand komenDictionnaire français-néerlandais > s'indigner contre qn., de qc.
-
9 indigner
indigner [ẽdienjee]1 zich verontwaardigen (over) ⇒ zich boos maken (over), zich ergeren (aan)♦voorbeelden:1 s'indigner contre qn., de qc. • zich aan iemand, iets ergeren, boos worden op iemand, tegen iets in opstand komen -
10 insurger
insurger (s') (contre) [ẽsuurzĵee]〈 werkwoord〉1 in opstand komen (tegen) ⇒ zich verzetten, opstaan (tegen) -
11 rebeller
rebeller (se) (contre) [rəbellee]〈 werkwoord〉1 in opstand komen (tegen) ⇒ oproerig worden, rebelleren (tegen) -
12 ruer dans les brancards
ruer dans les brancards
См. также в других словарях:
Bløf — Pays d’origine Pays Bas Genre musical Rock Années d activité Depuis 1992 Labels … Wikipédia en Français